4.3 Machtige heren, halfvrije boeren.
- In de tijd van monniken en ridders had Europa een landbouwsamenleving. Veel boeren waren halfvrije horigen. Zij woonden op een landbouw domein van een edelman of een klooster. Geestelijken en edelen hadden voorrechten.
- In de tijd van de monniken en de ridders mochten de boeren (ze waren geen slaven) mochten het domein niet af of het klooster zomaar verlaten die halfvrije boeren werden horigen genoemd.
- En later hadden de boeren hun vrijheid opgegeven en werd de horigheid ontstaan een domein met twee gebieden is dat dan.
- In de tijd van en monniken en ridders had West-Europa een landbouw samenleving.
- Veel mensen waren halfvrije horigen moesten die een, die een land van een edelman of klooster gebruikten en er bescherming.
- Horigen moesten herendiensten uitvoeren en een deel van hun oogst afstaan.
- Domeinen waren zelfvoorzienend, er was nauwelijks handel.
- De groep waarin je geboren was bepaalde hoe je leven er uitzag.
- De adel en geestelijken vormden de twee standen met eigen privileges.

Dit is een oude tekening van het Klooster van Egmond